Cantatedienst ‘Grote of Jacobijnerkerk’ te Leeuwarden
Zondag 2 februari 2025, aanvang 19.00 uur
De deuren gaan open om 18.30 uur
Uitvoerenden:
Cantatecollectief ‘Ewiges Feuer’, o.l.v. Els Veltheer (concertmeester) Jussi Lehtipuu, bariton
Peter van der Zwaag, organist
ds. Roger Wind, voorganger
In de cantatedienst op zondag 2 februari wordt één van de mooiste cantates van J.S. Bach uitgevoerd:
‘Ich habe genung’ (BWV 82). De cantate is opgebouwd als een Italiaanse solocantate: drie aria’s met twee verbindende recitatieven. Bach moet er zelf trouwens ook zeer tevreden over zijn geweest, want hij maakte er meerdere varianten van.
Tot de Mariafeesten die de lutherse liturgische kalender handhaafde behoort het feest dat op 2 februari wordt gevierd, Maria Reiniging of Maria Lichtmis. Het begrip Lichtmis, het feest waarop de kaarsen worden gezegend, verwijst naar de voorchristelijke lichtfeesten die de lange winternacht begrenzen. Op 11 november (Sint-Maarten) worden de kaarsen aangestoken, veertig dagen vóór midwinter, in de christelijke traditie, het Kerstfeest. Op 2 februari, veertig dagen ná midwinter, is het weer zo licht dat ze uit kunnen.
Het christelijke feest van 2 februari daarentegen, Maria Reiniging, gaat terug op de Joodse traditie. Volgens de wetten van Mozes moest een vrouw na de geboorte van haar kind naar de tempel gaan voor een rituele reiniging, waarbij een eerstgeboren zoon aan de priesters diende te worden voorgesteld.
De Bijbeltekst die op deze dag wordt gelezen is Lucas 2: 22-32, en verhaalt over Simeon. Hem was beloofd dat hij niet zou sterven voor hij de verwachte Messias had gezien. Bij de tempel in Jeruzalem ontmoet hij Jozef en Maria en als hij Jezus in zijn armen heeft, herkent hij Hem als de beloofde Messias en uit zijn vreugde daarover in de ‘lofzang van Simeon’. Deze werd veelvuldig op muziek gezet en kreeg een vaste plaats als dag afsluiting in de kloosters en in de Anglicaanse Evensong.
De cantates van Bach over deze tekst concentreren zich alle op Simeon die – hoewel dat nergens in de bijbel staat – door de kerk altijd gezien werd als een oude, levensmoede man wiens ‘Laat mij nu gaan’ werd geïnterpreteerd als ‘Laat mij nu maar sterven’: zo werd Simeon de belichaming van de lutherse doodsmystiek, die het einde van het leven vreugdevol verwelkomt als een bevrijding uit het aardse lijden, en als een onschuldige doorgang, een slaap, naar een beter, eeuwig leven in het hiernamaals. De inbreng van de hobosolist is in de hele cantate beslissend: eerst klaaglijk, dan fluweelzacht en uiteindelijk vol optimistische vreugde.
De commissie Cantatediensten hoopt u te verwelkomen op zondag 2 februari.