Geschiedenis - Het oranjepoortje

In 1663 nam de Magistraat van de stad Leeuwarden het besluit dat de ingang aan de oostkant van de kerk (Bij de Put) een waardiger aanzien moest krijgen. Hiertoe werd opdracht gegeven tot het maken van een poort plus het vernieuwen van het raam daarboven.

In dit raam kwam gebrandschilderd glas waarop de wapens van de Magistraat waren afgebeeld. Het poortje , dat nog steeds (gedeeltelijk) aanwezig is kreeg een merkwaardige bekroning in de vorm van een soort obelisk bekroond door een boompje.

Het bestond uit een buitenpoort en een binnenpoort die beide van deuren voorzien waren. Daartussen liep een overwelfde gang. In 1785 werd het als volgt beschreven :

"Deeze kerk…… heeft zes byzondere ingangen, als een ten Oosten, door een portaal, in den jaare 1663, gemaakt en van buiten versierd met een hardsteenen poort naar de samengestelde bouworde, zynde van boven gedekt met een half rond frontispice, waarvan het fronton in ’t midden versierd is met het Stads Wapen, hebbende aan de rechter zyde een Pellikaan, voedende zyne jongen in het nest, en aan de linker zyde een opgeslagen boek en een liggende zandlooper: dit portaal is gedekt door een vierkantige oploopende leyen spits, op welker punt staat een Oranje boom met gouden appelen en eenige vogelen in deszelfs takken….."

In 1842 wordt de kerk rigoureus verbouwd. Ook het Oranjepoortje ontsnapte hier niet aan. Bij deze verbouwing zijn ook de binnendeuren van het poortje verwijderd. De ruimte tussen binnen- en buitenpoort werd hersteld.

Helaas is er geen goede afbeelding bewaard gebleven van het poortje in originele staat. Nader onderzoek zal wellicht uitsluitsel kunnen geven wie de maker is geweest. Het huidige Oranjepoortje bestaat nog steeds uit een buiten- en binnenpoort waarvan alleen eerstgenoemde deuren bezit. Het driehoekige fronton kreeg in 1948 een nieuw Oranjeboompje .

Dit geschiedde in het kader van de restauratie van het koor als Fries huldeblijk t.g.v. het 50 jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina.

De binnenpoort bezit nog wel een half rond frontespice met daarin een in 1948 teruggevonden tekst uit Psalm 100 vers 3. Deze luidt:

"Wilt tot synen tempel ingaen doet van lof en danck oock vermaen in syn schoone voorhooven soet en pryst daar synen name goet"